Stipt één week later zijn de temperaturen opnieuw rond de 21 graden, opnieuw goed wandelweer. De volgende etappe van het Pelgrimspad zal mij brengen van Haastrecht naar Groot-Ammers; nu ja, ik moet hem zelf wandelen natuurlijk.
Deze etappe is voor begrippen een redelijk korte en daarom begin ik niet al te vroeg. Via Gouda neem ik bus 107 omstreeks 10:30 in omgekeerde richting naar de halte 'Kleine Betuwe', die op het pad ligt. Ik loop in de busrichting mee en sla bij de eerste weg af naar rechts; een smalle asfaltweg die naar enkele volkstuinen leidt. Op de eerste kruising komt het Floris V-pad gelijk op lopen en blijft dat ook doen tot het einde van deze etappe. Beide gaan we dus rechtdoor de graskade op; richting het riviertje de Vlist.
Aan de andere kant van de Zijdeweg loop ik verder over een halfverhard fietspad langs de Vlist, wat later gaat dit over in een asfaltweg. De komende drie kilometer volg ik deze slingerende jaagweg langs de Vlist. Een groot nadeel van zo'n rustige jaagweg is de overdreven drukte van fietsers en uiteraard de (asociale) wielrenners, die zonder enige waarschuwing langszij komen scheuren.
Bij de Fransekade passeer ik de voormalige vesting Koeneschans, een relict van de Oude Hollandse Waterlinie. Na een bruggetje, waar het Pelgrimspad eigenlijk linksaf gaat, maak ik een zijstapje naar café De Vlist. Op het terras is het aangenaam zitten met een klein zuchtje wind en een zonnetje. Zoals gebruikelijk is het tijd voor een theepauze met een stukje taart, ditmaal een zelfgemaakte appeltaart.
Na de theepauze loop ik weer terug naar het bruggetje en ga dan rechtsaf; de komende 2 kilometer blijf ik opnieuw langs de Vlist lopen. Opnieuw moet deze weg gedeeld worden met wielrenners en ook een verdwaalde auto. Onderweg passeer ik ook de Bonrepasmolen, maar richting Schoonhoven wordt het ook best warm in de open lucht.
Aan de rand van Schoonhoven steek ik eindelijk de Vlist over en loop dan langs enkele kasten van nieuwbouwhuizen aan de rand van deze plaats; eerst over een asfaltweg en later over het trottoir naast de weg. Bij de provincialeweg steek ik deze aldus over en loop dan Schoonhoven zelf in. Snel loop ik dan over de vestingwallen, voor het eerst weer over een onverhard schelpenpad. Onder de bomen is hier gelukkig ook nog wat schaduw.
Omdat ik na even rekenen totaal verkeerd uit kom voor de bus in Groot-Ammers, neem ik op een bankje bij de veerpont nog een pauze voor een broodje en een sloot drinken. Na 2x de pont heen-en-weer heb zien gaan, loop ik zelf naar de pont toe om deze naar de overkant te nemen. Voor een luttele €0,70 breng de veerpont mij naar Gelkenes.
Aan de overkant duikt het Pelgrimspad de parallelweg naast de dijk op en in de luwte van de dijk is meteen te merken dat het warm; er staat hier vrijwel geen wind. Ook is hier een kleine omleiding van kracht; maar deze wijst zich allemaal vanzelf. Aan het einde van deze parallelweg staat dan ook de wegwijzer op de kruising van het Pelgrimspad, Grote Rivierenpad en Floris V-pad.
Bij de wegwijzer ga ik dus naar rechts en aan de overkant van de provincialeweg N216 gaan beide paden de parallel lopende Tiendweg op. Eindelijk weer een stuk onverhard lopen. Het eerste deel van deze 'weg' is het gras nog keurig gemaaid en loopt het lekker weg, maar hoe verder, hoe meer begroeid het pad is. Een leuke bijkomstigheid zijn de vele kleine pijltjes op en rond deze weg en deze schrikken ook van een wandelaar die zo hun leefgebied binnen komt.
Bij het einde van deze weg sta ik in Groot-Ammers en loop ik langs een grote begraafplaats naar de Lekdijk. Aan de overkant van de Lekdijk volgt een stukje grasbaan; deze grasbaan is niet erg effen en het gras staat ook hoog. Aan het einde van deze grasbaan moet ik een echte grasdijk op en deze is zo mogelijk nog meer begroeid. Voor mij is het hier behoorlijk ploegen door het hoge gras en soms blijf ik ook haken achter het gras. De hekken die onderweg op deze grasdijk staan, kunnen gelukkig allemaal open en hoeven niet beklommen te worden. Bij een groot gemaal en de oprit naar het fietsveer over de Lek kan ik de grasdijk af en dan ben ik bijna in Groot-Ammers. Ik loop nog ietsjes verder over de volgende etappe en ter hoogte van de Beatrixstraat ben ik bij de bushalte. Ik reis via Gorinchem weer terug en moet nog circa 10 minuten wachten op de bus.
0 Reacties
Na enkele dagen van slecht weer, zijn de omstandigheden voor 1e Pinksterdag gunstig gezind. Omdat de Steinse Tiendweg niet afgesloten blijkt te zijn, ga ik aldus de volgende etappe van het Pelgrimspad wandelen. De eerste mogelijkheid om op zondag in Reeuwijk aan te komen is pas rond 11:00, een mooi tijdstip om van start te kunnen gaan.
Vanaf de bushalte gaat eerst een stukje over een fietspad langs een weg, maar slaat al na 100m linksaf het Reeuwijkse Hout in. Eerst moet ik hier over het fietspad zelf wandelen, maar na een bruggetje loopt parallel een schelpenpad mee. Aan het einde van dit schelpenpad wordt in de wandelgids een ophaalbrug genoemd; deze blijkt inmiddels vervangen te zijn door een vaste brug. Langs het restaurant van het bungalowpark ga ik dieper het Reeuwijkse Hout in en loop daarbij over schelpenpaden en bruggetjes. Na een parkeerplaats overgestoken te hebben, kom ik bij een restaurant Reeuwijkse Hout aan en aldaar doe ik mijn jas uit, omdat de temperatuur aardig begint op te lopen en het zelfs meer benauwd voelt. Ik loop snel verder langs de surfvereniging en kom dan uit op een smal pad tussen de Reeuwijkse Plassen door. Na een kleine kilometer komt de bebouwing weer in zicht en na een bruggetje loop ik verder over een smal asfaltpad; wederom tussen de plassen door.
Dit pad blijf ik voorlopig volgen; langs de zomerhuisjes en bij tijd soms grote villa's. Een nadeel van de vele knotwilgen langs dit wandelpad is het feit dat de boomwortels het pad beschadigen en ik daarom niet overal even gelijk loop. Zodra de naastgelegen autoweg afslaat, wordt het pad breder en beter te belopen. Bij de eerste kruising sla ik daarna af en de komende asfaltweg moet ik de komende kilometer volgen. Wel zie ik dat er naast deze weg een nieuw steenslagpad aangelegd is. Dit pad veert lekker mee over de veenbodem in het gebied alhier.
In het gehucht Oukoop slaat het Pelgrimspad af naar een rustige asfaltweg; maar helaas moet deze weg nog steeds gedeeld worden met fietsers. Bij het Wierickepad wordt het rustig en gaat het verder over de onverharde 'Kippenkade', een smal wandelpad tussen het water. Heerlijk om zo in de stilte te lopen en alleen maar vogelgeluiden te horen, onderweg moet ik ook een, ietwat groot uitgevallen, boom aan de kant leggen. Twee tegemoetkomende wandelaars zijn hier wel blij mee; omdat het anders lastig te passeren was.
Vlak voor het einde van de Kippenkade staat een monument voor omgekomen soldaten uit de Tweede Wereldoorlog, inclusief een (ietwat overgroeid) bankje. Een goed moment voor een korte pauze. Vanuit het weiland wordt ik gadegeslagen door enkele koeien. Nochtans blijf ik niet te lang zitten en stap na een klein kwartier weer op. Na een overstaplankje op een hek loop ik gelijk op met het Romeinse Limespad en kom ik wederom op bekend terrein.
Nu gaat het verder over de Prinsendijk en net als de vorige keer met het Limespad, wordt deze bevolkt door een schapenkudde. Op het einde van de dijk weer een overstapplankje beklimmen en dan volgt het Wierickepad naar Driebruggen. En net als de vorige keer is café Custwijc geopend; ditmaal is het wel iets drukker dan de vorige keer en ik houd hier dus een langere pauze.
|
Over
Op dit wandelblog beschrijf ik alle wandeltochten die ik maak in Nederland. Archief
November 2019
Categorieën
Alles
|