Na enkele weken van zomerhitte en het laten herstellen van blessures, kan ik op 4 augustus weer eens gaan wandelen. Om er weer in te komen, kies ik daarom voor de eerstvolgende etappe op het Groene Hartpad.
Net als met de vorige etappe op dit pad, reis ik weer naar Woerden toe en vervolgens met het Flexbusje naar Linschoten, ditmaal ben ik de enige passagier en wordt dus sneller naar Linschoten gebracht. Vanaf de halte steek ik weer de brug over, maar ga vervolgens rechtdoor naar de volgende brug. Voor deze brug gaat het links over een asfaltpad door een parkje; dat aan het einde een graskade wordt. Na circa een kilometer kom ik bij een asfaltweg uit.
Na een kleine 2,5 kilometer kom ik bij de bebouwde kom van Montfoort. Op de weg richting het Centrum is het het komen en gaan van fietsers en automobilisten, iets verderop blijkt net de brug over de IJssel weer gesloten te zijn. Onder de poort door kom ik in het Centrum van Montfoort uit; direct na de poort zit een café dat zojuist open gegaan is. Maar nog net geen uur onderweg, vindt ik een pauze niet nodig.
Vanaf hier gaat een routewijziging in; die ik evenwel niet uitgeprint heb. De markering blijkt volgens Facebook net nagekeken te zijn en daar kan ik dus wel op vertrouwen en dat klopt ook allemaal wel. Aan de andere kant van het Centrum loop ik het oude kasteelterrein op, tegenwoordig een wooncomplex.
Bij het Kasteelplein houdt ik een korte pauze in een bushokje, alvorens weer verder te gaan. Aan de overkant van de Hollandsche IJssel volgt een stukje saai wandelen tussen de sportvelden door en een woonwijk. Aan het einde van deze wijk volgt weer een lange Tiendweg, eerst loop ik over een houtsnipperpad. Na een schapenschuur wordt het een echt graspad.
Ongeveer halverwege staat een tweetal hekken, maar er is een smalle doorgang gelaten voor wandelaars; wel erg smal ook. Aan het einde van de Tiendweg kom ik bij een smal polderfietspad uit, dat naar de buurtschap Knollemanshoek leidt. In deze buurtschap kan de markering wat verwarring brengen, vanwege een hoogwaterroute, maar daar ga ik geen last van hebben.
Ik sla een zijweg in, die aanvankelijk dood lijkt te lopen, maar iets naar rechts staat een knooppuntpaaltje langs de hoge heg. Dit blijkt een achterafpaadje te zijn, om op het jaagpad langs de IJssel uit te komen.
0 Reacties
Rond Bergen op Zoom loopt een NS-wandeling en daarmee kan ik mooi het gat opvullen, wat door de GR5 ontstaan is en waarmee ik het Nederlandse deel van de GR 5 kan afsluiten.
Op deze zondagochtend reis ik omstreeks kwart over negen naar Bergen op Zoom vanaf Rotterdam en kom daar een uur later aan. De NS-wandeling begint aan de achterkant van het station en loopt voornamelijk door de bebouwing; mijn inziens wel door een achterstandswijk en dat is goed te merken aan het straatbeeld. Snel daarna sla ik af en loop door een parkje heen; druk is het overigens niet. Verderop wordt het een onverhard schelpenpad en kom ik pardoes in een meeuwengevecht terecht, die ruzie maken om een stuk brood.
Na het beklimmen van een heuveltje moet ik enkele honderden meters langs een provincialeweg wandelen, waarna ik via de stoplichten over kan steken. Hier blijkt een hiaatje in de tekst te zitten; volgens de routetekst moet ik eerder oversteken dan dat de markering aangeeft. In zulke gevallen moet de markering gevolgd worden volgens de beschrijving en steek dus later over.
Na een klein stukje woonwijk beland ik in de bossen. Ter hoogte van de jeugdherberg staat eenzelfde model handwijzer als in Hoek van Holland en sinds het startpunt van de GR5 heb ik dus al 117 kilometer afgelegd. Binnenkort begin ik hier met het Vlaamse deel van het vervolg richting Nice.
Vanaf de LAW-kruising stap ik over op het Floris V-pad (LAW 1-3), dat ik voorlopig zal volgen tot de noordrand van Bergen op Zoom. Na een stukje asfaltweg duik ik het bos in en volgen enkele onverharde en slingerende bospaden door het landgoed Zoomland. De markering is op sommige plekken niet helemaal duidelijk, maar op de afslagen zijn vaak wel schildjes te vinden.
Na het viaduct over de snelweg gaat het verder over een fietspad; de vele wielrenners echter.....
de meesten geven wel een handgebaar, maar veelal crossen ze met hoge snelheid langs. Gelukkig mag ik even van het fietspad afwijken over een onverhard stukje parallel voetpad aan de Moervaart. Dit pad komt uit bij een asfaltweg en deze asfaltweg steekt iets verder de spoorlijn Roosendaal - Vlissingen over. Direct na de spoorwegovergang ga ik langs de spoorlijn lopen over een een onverhard wandelpad; dat iets verder langs een terrein van de lokale scouting voert. Na weer het oversteken van een asfaltweg kom ik bij een zandverstuiving. Er wordt aantoonbaar gewerkt en ietsje verder in het bos ligt gewoon een zandpakket over het wandelpad en echt lekker loopt dit ook niet. Gelukkig wordt het verderop weer een gewoon bospad.
Na wat geslinger door het bos, kom ik op de Delweg aan de rand van het bos en blijf daarbij lopen op een onverharde zandweg. Iets verder op voert deze langs een volkstuin en na het oversteken van een asfaltweg loop ik voorbij een manege. Dit stuk zandweg ligt er behoorlijk opengereden bij en het loopt niet echt lekker; bij de manege gaat het gelukkig over in een klinkerweg. Op het bord bij de ingang staat aangegeven dat fietsers en wandelaars hier ook gebruik kunnen maken van het restaurant, maar dat doe ik nog niet.
Iets verderop langs de asfaltweg staat een handwijzer, alwaar het 'Floris V-pad' rechtdoor gaat, maar ik ga naar links en volg de verbindingsroute naar de GR5. Al direct gaat de weg stijgen, omdat de snelweg gepasseerd moet worden. Een stuk na het viaduct staat opnieuw een handwijzer, nu van een mooier model.
Volgens de routebeschrijving zou ik hier linksaf moeten slaan; maar ik ga rechtdoor, om zo het fort te bekijken. In het fort bevindt zich ook een kleine lunchroom en daar ik ongeveer op de helft zit, neem ik hier meteen een lange pauze. Uiteraard met een thee en een stukje appelgebak, dat wel behoorlijk krokant is.
Na de Markiezenhof loop ik het centrum van Bergen op Zoom binnen, alwaar het gezellig druk is. Enkele meters verder zit een ijssalon op de hoek van de straat en aldaar haal ik een ijsje voor de laatste kilometer naar het treinstation.
Stipt één week later zijn de temperaturen opnieuw rond de 21 graden, opnieuw goed wandelweer. De volgende etappe van het Pelgrimspad zal mij brengen van Haastrecht naar Groot-Ammers; nu ja, ik moet hem zelf wandelen natuurlijk.
Deze etappe is voor begrippen een redelijk korte en daarom begin ik niet al te vroeg. Via Gouda neem ik bus 107 omstreeks 10:30 in omgekeerde richting naar de halte 'Kleine Betuwe', die op het pad ligt. Ik loop in de busrichting mee en sla bij de eerste weg af naar rechts; een smalle asfaltweg die naar enkele volkstuinen leidt. Op de eerste kruising komt het Floris V-pad gelijk op lopen en blijft dat ook doen tot het einde van deze etappe. Beide gaan we dus rechtdoor de graskade op; richting het riviertje de Vlist.
Aan de andere kant van de Zijdeweg loop ik verder over een halfverhard fietspad langs de Vlist, wat later gaat dit over in een asfaltweg. De komende drie kilometer volg ik deze slingerende jaagweg langs de Vlist. Een groot nadeel van zo'n rustige jaagweg is de overdreven drukte van fietsers en uiteraard de (asociale) wielrenners, die zonder enige waarschuwing langszij komen scheuren.
Bij de Fransekade passeer ik de voormalige vesting Koeneschans, een relict van de Oude Hollandse Waterlinie. Na een bruggetje, waar het Pelgrimspad eigenlijk linksaf gaat, maak ik een zijstapje naar café De Vlist. Op het terras is het aangenaam zitten met een klein zuchtje wind en een zonnetje. Zoals gebruikelijk is het tijd voor een theepauze met een stukje taart, ditmaal een zelfgemaakte appeltaart.
Na de theepauze loop ik weer terug naar het bruggetje en ga dan rechtsaf; de komende 2 kilometer blijf ik opnieuw langs de Vlist lopen. Opnieuw moet deze weg gedeeld worden met wielrenners en ook een verdwaalde auto. Onderweg passeer ik ook de Bonrepasmolen, maar richting Schoonhoven wordt het ook best warm in de open lucht.
Aan de rand van Schoonhoven steek ik eindelijk de Vlist over en loop dan langs enkele kasten van nieuwbouwhuizen aan de rand van deze plaats; eerst over een asfaltweg en later over het trottoir naast de weg. Bij de provincialeweg steek ik deze aldus over en loop dan Schoonhoven zelf in. Snel loop ik dan over de vestingwallen, voor het eerst weer over een onverhard schelpenpad. Onder de bomen is hier gelukkig ook nog wat schaduw.
Omdat ik na even rekenen totaal verkeerd uit kom voor de bus in Groot-Ammers, neem ik op een bankje bij de veerpont nog een pauze voor een broodje en een sloot drinken. Na 2x de pont heen-en-weer heb zien gaan, loop ik zelf naar de pont toe om deze naar de overkant te nemen. Voor een luttele €0,70 breng de veerpont mij naar Gelkenes.
Aan de overkant duikt het Pelgrimspad de parallelweg naast de dijk op en in de luwte van de dijk is meteen te merken dat het warm; er staat hier vrijwel geen wind. Ook is hier een kleine omleiding van kracht; maar deze wijst zich allemaal vanzelf. Aan het einde van deze parallelweg staat dan ook de wegwijzer op de kruising van het Pelgrimspad, Grote Rivierenpad en Floris V-pad.
Bij de wegwijzer ga ik dus naar rechts en aan de overkant van de provincialeweg N216 gaan beide paden de parallel lopende Tiendweg op. Eindelijk weer een stuk onverhard lopen. Het eerste deel van deze 'weg' is het gras nog keurig gemaaid en loopt het lekker weg, maar hoe verder, hoe meer begroeid het pad is. Een leuke bijkomstigheid zijn de vele kleine pijltjes op en rond deze weg en deze schrikken ook van een wandelaar die zo hun leefgebied binnen komt.
Bij het einde van deze weg sta ik in Groot-Ammers en loop ik langs een grote begraafplaats naar de Lekdijk. Aan de overkant van de Lekdijk volgt een stukje grasbaan; deze grasbaan is niet erg effen en het gras staat ook hoog. Aan het einde van deze grasbaan moet ik een echte grasdijk op en deze is zo mogelijk nog meer begroeid. Voor mij is het hier behoorlijk ploegen door het hoge gras en soms blijf ik ook haken achter het gras. De hekken die onderweg op deze grasdijk staan, kunnen gelukkig allemaal open en hoeven niet beklommen te worden. Bij een groot gemaal en de oprit naar het fietsveer over de Lek kan ik de grasdijk af en dan ben ik bijna in Groot-Ammers. Ik loop nog ietsjes verder over de volgende etappe en ter hoogte van de Beatrixstraat ben ik bij de bushalte. Ik reis via Gorinchem weer terug en moet nog circa 10 minuten wachten op de bus.
Na enkele dagen van slecht weer, zijn de omstandigheden voor 1e Pinksterdag gunstig gezind. Omdat de Steinse Tiendweg niet afgesloten blijkt te zijn, ga ik aldus de volgende etappe van het Pelgrimspad wandelen. De eerste mogelijkheid om op zondag in Reeuwijk aan te komen is pas rond 11:00, een mooi tijdstip om van start te kunnen gaan.
Vanaf de bushalte gaat eerst een stukje over een fietspad langs een weg, maar slaat al na 100m linksaf het Reeuwijkse Hout in. Eerst moet ik hier over het fietspad zelf wandelen, maar na een bruggetje loopt parallel een schelpenpad mee. Aan het einde van dit schelpenpad wordt in de wandelgids een ophaalbrug genoemd; deze blijkt inmiddels vervangen te zijn door een vaste brug. Langs het restaurant van het bungalowpark ga ik dieper het Reeuwijkse Hout in en loop daarbij over schelpenpaden en bruggetjes. Na een parkeerplaats overgestoken te hebben, kom ik bij een restaurant Reeuwijkse Hout aan en aldaar doe ik mijn jas uit, omdat de temperatuur aardig begint op te lopen en het zelfs meer benauwd voelt. Ik loop snel verder langs de surfvereniging en kom dan uit op een smal pad tussen de Reeuwijkse Plassen door. Na een kleine kilometer komt de bebouwing weer in zicht en na een bruggetje loop ik verder over een smal asfaltpad; wederom tussen de plassen door.
Dit pad blijf ik voorlopig volgen; langs de zomerhuisjes en bij tijd soms grote villa's. Een nadeel van de vele knotwilgen langs dit wandelpad is het feit dat de boomwortels het pad beschadigen en ik daarom niet overal even gelijk loop. Zodra de naastgelegen autoweg afslaat, wordt het pad breder en beter te belopen. Bij de eerste kruising sla ik daarna af en de komende asfaltweg moet ik de komende kilometer volgen. Wel zie ik dat er naast deze weg een nieuw steenslagpad aangelegd is. Dit pad veert lekker mee over de veenbodem in het gebied alhier.
In het gehucht Oukoop slaat het Pelgrimspad af naar een rustige asfaltweg; maar helaas moet deze weg nog steeds gedeeld worden met fietsers. Bij het Wierickepad wordt het rustig en gaat het verder over de onverharde 'Kippenkade', een smal wandelpad tussen het water. Heerlijk om zo in de stilte te lopen en alleen maar vogelgeluiden te horen, onderweg moet ik ook een, ietwat groot uitgevallen, boom aan de kant leggen. Twee tegemoetkomende wandelaars zijn hier wel blij mee; omdat het anders lastig te passeren was.
Vlak voor het einde van de Kippenkade staat een monument voor omgekomen soldaten uit de Tweede Wereldoorlog, inclusief een (ietwat overgroeid) bankje. Een goed moment voor een korte pauze. Vanuit het weiland wordt ik gadegeslagen door enkele koeien. Nochtans blijf ik niet te lang zitten en stap na een klein kwartier weer op. Na een overstaplankje op een hek loop ik gelijk op met het Romeinse Limespad en kom ik wederom op bekend terrein.
Nu gaat het verder over de Prinsendijk en net als de vorige keer met het Limespad, wordt deze bevolkt door een schapenkudde. Op het einde van de dijk weer een overstapplankje beklimmen en dan volgt het Wierickepad naar Driebruggen. En net als de vorige keer is café Custwijc geopend; ditmaal is het wel iets drukker dan de vorige keer en ik houd hier dus een langere pauze.
Voor Hemelvaartsdag zijn de weersvoorspellingen aanvankelijk niet erg geweldig, maar richting de donderdag worden deze steeds beter. Via berichten verneem ik dat een bepaald wandelpad op de volgende etappe van het Pelgrimspad gesloten is tijdens het broedseizoen (achteraf blijkt dit helemaal niet het geval te zijn) en daarom ga ik nog eens een etappe wandelen op het Groene Hartpad.
Woerdense Verlaat is voor het afbreken van een etappe behoorlijk onhandig, omdat hier in het weekeinde geen bus komt en daarom draai ik deze etappe om en begin aldus in Linschoten. Rekening houdend met het tijdstip dat ik opgehaald wordt in Woerdense Verlaat en lengte van de wandeling ga ik ditmaal niet al te vroeg weg en kom via Zoetermeer en Woerden rond 12:00 aan in Linschoten. In Linschoten heb ik eerst een minimale aanloop om op de route te komen en volg dan een route door het stille Linschoten op zondagochtend. Aan de overkant van de provincialeweg N204 volgt weer de natuur van het Groene Hart, te beginnen met een stuk jaagweg langs het riviertje 'Lange Linschoten'. Bij de eerste kruising komt ook de rood/witte-markering er weer bij, van het Floris V-pad. Onderweg kom ik ook nog langs het Huys te Linschoten, maar echt veel is daarvan niet te zien.
Anders dan de markering zegt, ga ik door het station zelf heen. Omdat ik in het weekeinde en op feestdagen toch gratis reis, maakt het inchecken verder toch niet uit. Aan de centrumkant van het station staat een bankje in de stationshal en na circa 8 kilometer en ruim 2 uur wandelen is dit een mooi moment voor een pauze.
Na een kleine 30 minuten stap ik weer op en loop langs de binnenstad van Woerden en na het oversteken van de Oudelandseweg loop ik het Brediuspark in via een asfaltfietspad en na de kinderboerderij via een voetpad. Ik blijf door de parken lopen en kom daarna aan de rand van Woerden.
Aan de buitenkant van Woerden sta ik op de Gravensloot. Deze asfaltweg volg ik helemaal af, tot bij het trekpontje naar Zegveld. Hier moet ik een klaphekje door en na een aanlegkade nogmaals een klaphekje en dan sta op de Grechtkade. Deze graskade moet ik voor de komende 7,5 kilometer volgen.
Wel zit na een kleine kilometer een omleiding over een lokaal boerenlandpad; eerst moet ik een trap af en dan via enkele (wankele) bruggetjes en klaphekjes kom ik weer op de Grechtkade. Bij één bruggetje onderweg kom ik pas een waarschuwing tegen dat dit gebied tijdens het broedseizoen eigenlijk niet toegankelijk is, maar omdat het al tegen mei loopt, trek ik me hier niets van aan.
Op het volgende deel van de Grechtkade moet ik ook over vele overstaphekken klimmen, een enkeling kan daarentegen open gemaakt worden. Hoe langer op deze graskade, hoe zwaarder het voor mij uiteindelijk wordt. Ten slotte kan ik dan de grasdijk afdalen en dan volgt nog een stuk betonfietspad naar Woerdense Verlaat.
En dan na iets meer dan 20 kilometer kom ik aan in Woerdense Verlaat en net na de brug over de Grecht staat de auto al op mij te wachten.
Op 25 mei kan ik al verder met de volgende etappe van het Pelgrimspad; te weten van Aarlanderveen naar Reeuwijk-Brug. Omdat de weersvoorspellingen niet echt juf-en-het zijn, ga ik wat later van start. Pas rond kwart voor 10 ga ik per metro en trein naar Alphen a/d Rijn. Omdat de 3 minuten overstap mij niet erg gerust lijkt, kies ik voor een overstap van 33 minuten.
De bus dropt mij 'weer' bij de halte Nieuwkoopseweg in Aarlanderveen en dan ben ik direct op de route. Eerst een stukje Dorpsstraat en dan via de Kerkvaartsweg het dorp weer uit. Een stukje verder loop ik dan langs de eerste molen van de Molenviergang, de 4e molen oftewel Putmolen. Na nog 500 meter kom ik op de Achtermiddenweg die voor bijna 1 kilometer gevolgd wordt. Overigens is dit bekend terrein; met het Groene Hartpad liep ik ook al op deze weg.
Na deze 'bijna' kilometer kom ik bij de 1e molen van de viergang; de ondermolen. Het Pelgrimspad verlaat het Groene Hartpad hier en slaat zelf af over een betonweg langs deze molen en een stukje verder ook de volgende molen. Ter hoogte van deze 2e molen moet ik een hek door en ga dan boven op de dijk lopen. Het eerste deel van deze dijk bestaat voornamelijk uit koolzaad en het wandelpad bestaat uit niet meer dan een vaag wandelspoor door de bloemen.
Ongeveer halverwege dit wandelpad steek ik een bruggetje over de Grote Wetering over en kom dan weer op een grasdijk, maar deze is al kaalgevreten door schapen, die overigens een stuk verderop lopen. Ondanks dat het een smalle grasdijk is, gaan de schapen en lammeren gedwee aan de kant.
Bij de Oude Rijn kom ik weer op bekend gebied en kom ik voorts 2 wandelaars tegen die op het Romeinse Limespad lopen en met welk pad ik hier enige tijd op zal lopen. Net als met het Limespad wordt zoveel mogelijk het jaagpad langs de Rijn gevolgd en kom dan aan in Zwammerdam. Op de Buitenkerk tref ik ook twee wandelaars op het Pelgrimspad die aldaar pauze houden. Zelf loop ik nog wat verder en houdt de pauze in het café Gezwam aan de overkant van de Oude Rijn.
Omdat de tijd tussen de 2 bussen in aan de krappe kant is, stap ik na een kwartiertje alweer op. Nog steeds gelijk op lopend met het Romeinse Limespad verlaat ik Zwammerdam weer via de spoorweg en richting de N11. Anders dan met het Limespad is het momenteel nog broedseizoen en dat heeft tot gevolg dat het boerenlandpad naar de Toegangskade niet toegankelijk is. Daarom moet ik ditmaal buitenom de polder lopen en dientengevolge dus nog meer asfalt.
Aan de andere kant van deze Toegangskade volg ik wederom de Dammekade. Het weer is iets beter, dus zijn er meer fietsers aanwezig. Hierdoor moet ik vaker opzij stappen en zelfs in het gras wachten op passage, omdat het al met al een best smal pad is. Aan het einde van deze kade verlaat het Limespad het Pelgrimspad en ga ik vanaf hier richting Reeuwijk. Ook check ik hier nog even het aantal kilometers, om, indien nodig, een stuk af te kunnen snijden. Rekening houdend met de vertrektijd van de bus in Reeuwijk is dat echter niet nodig en loop ik gewoon het ommetje.
Dit ommetje voert eerst over een drukke asfaltweg en vervolgens over een toegangsweg naar een bungalowpark en enkele boerderijen. Bij de laatste boerderij gaat het verder over een grasdijk; de Ringdijk. Als gevolg van de drogere zomer is de grasdijk van onderen droog en zitten er nog eens diverse kuilen in. Ook moeten enkele overstapjes worden beklommen en deze zijn nog behoorlijk hoog.
Bij de Oud-Reeuwijkseweg volgt nog een kleine 1,5 kilometer tot aan Reeuwijk-Brug. Bij het begin van deze weg staan omleidingsborden met een lopende omleiding; maar een vraag naar een bewoner die in een tuin bezig is geeft uitkomst. De werkzaamheden zijn inmiddels afgelopen en de weg is weer begaanbaar. Onderweg blijkt dat deze weg nog behoorlijk druk is, onderweg komt zelfs een rally voorbij.
Bij de rondweg Reeuwijk volgt nog een klein stukje over een fietspad, onder de snelweg A12 door en bij de rotonde in Reeuwijk staat de bushalte. Hier moet ik nog een kleine 20 minuten wachten op de bus naar Gouda en vervolgens reis ik via Rotterdam weer naar huis.
Op zaterdag 18 mei ben ik helaas al bezet, dus de wekelijkse wandeldag wordt nu weer op zondag. De GR 5 zit er nog steeds niet in; dus ga ik na meer dan een jaar weer eens verder op het Pelgrimspad. De volgende etappe is die van De Kwakel naar Aarlanderveen; volgens de wandelgids een afstand van circa 17 kilometer.
Omdat ik op de vorige etappe iets verder ben doorgelopen naar de bushalte, kan ik daar ook weer beginnen. Op zondagochtend is de snelste route naar De Kwakel via Uithoorn en middels de laatste overstap en tegelijk de eerste bus op zondag, kom ik om rond kwart over tien bij de halte Drechtdijk 101 aan. Vanaf deze bushalte gaat het meteen zuidwaarts en kom dan bij de Vrouwenakkerbrug over het Amstel-Drechtkanaal. Voor de komende, bijna, 5 kilometer volg ik het jaagpad. Aanvankelijk is het een jaagweg, maar vanaf de zeilhaven wordt het een smal en slecht verhard fietspad. Onderweg wordt ik soms meerdere keren van achteren benaderd door wielrenners en zonder te bellen vliegen deze maar even voorbij.
Ter hoogte van de Tolhuissluis ligt een theetuin en dat is een mooie plek voor een pauze, hoewel nog niet al te lang onderweg. Ik neem hier een groot glas thee met een huisgemaakte bosbessen-cheesecake. Veel ruimte is er niet bij deze rustplek en het is dan ook goed druk.
Na ruim een half uur stap ik eens op en volg hetzelfde jaagpad nog ruim één kilometer. Met de theetuin dichtbij is het op dit laatste stuk zo mogelijk nog drukker met fietsers. Slechts één wielrenner gebruikt ook daadwerkelijk een bel, terwijl anderen rücksichtlos voorbij scheuren. Na deze kilometer kom ik aan in het kleine gehuchtje Bilderdam en daar stuit ik op een open brug, die dan al wel gesloten wordt. Aan de andere kant van de brug gaat het weer verder over het jaagpad, eerst over een asfaltweg en daarna over een fietspad.
Bij het volgende dorpje, Papenveer, wissel ik via de Kattenbrug weer van oeverzijde en ga na een kleine 100m achterlangs huizen over een asfaltweg langs de Ringvaart lopen. Na de golfclub wordt het een onverharde dijkweg, bestaande uit gravel; dit loopt tenminste lekker weg (naast asfalt).
Vlak aan het einde van deze dijk komen er wel enkele auto's achterop; het blijkt dat in deze omgeving een 'ladiesrun' plaatsvindt. Langs het zwembad van Nieuwveen kom ik bij de provincialeweg uit en steek deze over en dan volgt een stukje boerenlandpad. Het klaphekje is een groot spinnenweb, daarom klim ik maar over het hek heen. Vlak hierachter staat een picknickbank en neem ik even een moment pauze.
Na het volgende klaphekje sta ik tussen de koeien en deze staan ook op en lijken dichterbij te willen komen; ik loop snel verder en ben dit weiland snel weer uit. Achter het erf van een boerderij ligt het volgende klaphekje en kom ik in een weiland vol schapen. Op deze dijk loopt het ook redelijk ongelijk en moet ik ook uitkijken om niet te veel in de schapenstront te gaan staan.
Groot is dit weiland niet en kom dan bij een betonpad aan; om weer op de dijk te komen moet ik hier een schrikdraad weghalen en dan een kleine paardenweide doorkruisen. Het betreffende paard is ook thuis en staat precies bij het andere schrikdraad dat ik moet verwijderen. Dit paard laat ik verder niet al te veel schrikken en ga daarom, tegen de instructies in de wandelgids, de dijk af en kruip aldaar onder het draad door. In het volgende weiland staan weer schapen; deze gaan gedwee opzij. Na dit weiland kom ik weer op een asfaltweg uit en voor de komende 4 kilometer naar Aarlanderveen volg ik deze weg. Het is een rustige weg langs de Ringvaart, wel weer geflankeerd door vele fietsers. Na deze kilometers kom ik dan aan in Aarlanderveen en langs de provincialeweg ligt de bushalte, waar ik nog bijna een half uur moet wachten op de bus terug. De eigenlijke etappe eindigt nog een kleine 200m verderop bij de kerk in het dorp, maar dat is voor de volgende keer.
Als vervolg op de wandeling van vorige week zondag, ga ik weer een inloopwandeling lopen. Ditmaal een oude NS-wandeling, die tegenwoordig als OV-stapper door het leven gaat, van Lunteren naar Lunteren over ruim 11 kilometer.
Omdat ik 's middags nog andere bezigheden heb, ga ik ditmaal eens vroeg op pad. Om kwart over zeven ga ik weer naar de metro toe en via Rotterdam Centraal en Amersfoort bevindt ik mij in de stoptrein naar Lunteren; een rit van een half uurtje. Om 10:03 stap ik de trein uit en zet na het perron de stappenteller weer aan. Bij de Boslaan verlaat ik het dorp eigenlijk alweer; maar niet nadat ik nog even naar een ouderwetse tractor-optocht kijk die langs rijdt. Aan het einde van het dorp doemen de eerste markeringsstickers en bordjes van het Veluwe Zwerfpad op, alsmede lokale bordjes van het knooppuntennetwerk. In het Lunterse Buurtbos loop ik eerst langs een eendenvijver, nog een goede bewaakte ook. Verder gaat het door dit bosgebied tot ik bij een asfaltweg aankom.
Aan de overkant van deze weg volg ik eerst een stukje asfaltweg en dan weer een bospad dat al snel (flink) gaat stijgen en bovenop de heuvel staat uitkijktoren De Koepel. De uitkijktoren zelf is nog niet open, maar de pleisterplaats onder aan de uitkijktoren wel. Evenwel is het daar iets te druk met een wielrenclub en neem ik dus geen pauze. Eigenlijk ook niet nodig na zo'n korte afstand.
Vanaf de Galgenberg daal ik aldus weer af door de bossen, deels over smallere paadjes. Op de asfaltweg kom ik dan langs restaurant de Lunterse Boer; vanaf de weg is te zien dat er een bruiloft aan de gang is, nochtans ben ik bijna 3 kilometer onderweg sinds Lunteren. Daarom loop ik weer door over de zandweg en sla vrij snel weer af over een bosweg en vlak daarna over een zeer smal bospad. Kronkelend door het bos kom ik bij de Hessenweg, een belangrijke vooroorlogse handelsweg.
Al snel na het bereiken van de Hessenweg, sla ik daar weer van af en loop over smallere bospaden en kom daar ter hoogte van camping De Droomwens uit. Deze zandweg volg ik een kleine kilometer en ga dan noordwaarts, opnieuw de bossen in. Ook gaat dit pad licht stijgen en komt na wat slingerbochten boven de voormalige zandgroeve uit. Aanvankelijk loopt het pad bovenlangs, maar gaat na enige tijd dan toch beneden de groeve in. In deze groeve staan diverse attributen en informatieborden die de zandwinning uitleggen. Aan de overkant moet ik dan een steile trap opklimmen en kom na een recht bospad bij het (mediaan)middelpunt van Nederland uit.
Bij dit middelpunt blijf ik even staan voor een korte pauze, maar na een kleine 10 minuten stap ik toch op en daal de berg weer af via, mijn inziens, enkele steilere bospaden. Evenwel is het droog en zijn de zandpaden allemaal prima te belopen. Na een wandelpad langs een weiland kom ik bij een asfaltweg uit en aldaar staat ook restaurant de Goudsberg. Omdat ik nog redelijk ruim in de tijd zit, ga ik hier een lunch houden.
Na bijna 3 kwartier stap ik weer eens op en ga dan via de asffaltweg verder naar het noorden, maar al snel na het restaurant daalt het links een bospad af, dat verderop op een asfaltfietspad komt. Dit fietspad volg ik enige kilometers, later komt er een zandweg naast lopen en stap ik aldus af van het asfalt. De route loopt hier door het lokale akkerbouwgebied van Lunteren.
Op de eerste kruising slaat het Veluwe Zwerfpad af, maar zelf ga ik via het knooppuntennetwerk verder rechtdoor en kom daarbij weer in het Luntersche Buurtbosch. Na wat geslinger door het bos, kom ik bij dezelfde kruising waar ik eerder vanochtend het bos inging. Nu loop ik dus weer via het voetpad naar station Lunteren en ondanks het straffe doorlopen na de lunch moet ik nog bijna 20 minuten wachten op de trein.
Via Ede en Utrecht reis ik naar Woerden toe en aldaar wordt ik ditmaal per auto opgehaald.
Enige tijd geleden heb ik een set nieuwe wandelschoenen gekocht en deze moesten nog ingelopen worden. Daarom koos ik voor een korte NS-wandeling van circa 10 kilometer; de NS-wandeling 'De Bretten' van Halfweg-Zwanenburg naar Amsterdam Sloterdijk.
Omdat het deze Bevrijdingsdag niet heel erg denderend weer is, heb ik de wandeling tussen de buien door ingepast. Zoals gebruikelijk eerst weer een korte metrorit naar Den Haag Laan van N.O.I. en vervolgens met de trein naar Haarlem en dan nog met de stoptrein naar Halfweg-Zwanenburg, alwaar net iets voor 12:00 aankomt. Vanaf de achteruitgang van het station loop ik dan eerst een stukje over een rustige asfaltweg langs diverse woonboten. Waar het fietspad oversteekt volg ik dit in de richting van Amsterdam. Vlak bij een bruggetje moet ik een klaphek door, de eerste (lange) grasdijk op. In de verte doemt de Hemwegcentrale in het de Westhavens op.
Na een klimmetje over een overstapje kom ik na bijna 1,5 kilometer weer bij een klaphekje in een achtertuin terecht en kom vervolgens via een overstaphekje weer op een asfaltweg uit. Deze asfaltweg gaat langs het boezemgemaal Halfweg, om daarmee tevens een zijkanaal over te kunnen.
Daarna ga ik via een fietspad langs de snelweg lopen en daarna een viaduct onderdoor. Direct na het viaduct volgt een grasbaan aan de andere kant van de snelweg. Verderop is deze gedeeltelijk kapot gereden; maar vermoedelijk is dit gedaan door een maaimachine, want de waterkanten zijn opvallend netjes. Vlak daarna kom ik bij het trekpontje aan om op het voetpad langs de trekvaart te komen. Natuurlijk ligt het pontje aan de verkeerde kant; als ik er op stap wiebelt het behoorlijk, maar gelukkig is het maar een klein stukje.
an de andere kant kom ik min of meer in een oerwoud terecht; het voetpad langs de Haarlemmer Trekvaart is vrijwel geheel overgroeid met fluitenkruid en koolzaad. Het eerste deel van dit voetpad moet ik me een weg banen door de plantengroei. Iets verder wordt het gelukkig beter te belopen. Na dit voetpad kom ik bij een (camper)parkeerplaats uit en volgens de routebeschrijving moet ik een pad volgen langs de bomen. Eerst kan ik dit niet echt vinden, maar een eerder wandelspoor brengt me toch in de juiste richting. Na een dammetje met klaphek volgt een lang struinpad door het natuurgebied De Lange Bretten. Dit natuurpad is bij tijd soms smal en deels zompig.
Onderweg zit soms een stukje asfalt; maar hoofdzakelijk is het onverhard wandelen in het buitengebied van Amsterdam.
Na enige tijd kom ik weer bij het asfaltfietspad uit en de Australiëhavenweg. Na het viaduct bevindt zich een parkeerplaats met wat informatieborden over natuurgebied De Bretten. Na een kleine pauze van enkele minuten stap ik weer verder en moet dan een heuveltje af en loop langs een speeltuin. Het trekpontje vlak ernaast lijkt aanlokkelijk, maar deze ziet er veel instabieler uit dan de vorige.
Vlak na een houten bruggetje ga ik weer het struinpad op. Ditmaal over het terrein van de voormalige afvalberg Brettenburgh. Anders dan de vorige keren ligt hier divers puinmateriaal en loop ik hier nogal ongelijk. Na het kruisen van een asfaltpad gaat het pad even steil omhoog wederom de afvalberg op en een stukje verder weer steil omlaag.
Na een bruggetje en een kort stukje asfaltfietspad zegt de beschrijving om een smal bielzenbruggetje over te steken. Dit smalle paadje kom daarna weer op een graspad langs de Haarlemmer Trekvaart. Iets verderop staat molen d'Eenhonderd Roe, een doorkomstpunt van de eerste trein in Nederland in 1839.
Bij de Seineweg blijkt de oversteekplaats afgesloten te zijn, maar daar maal ik niet om en steek gewoon over op een moment dat kruisend verkeer het groene licht heeft. Aan de overkant gaat het weer verder over een struinpad; maar dit laatste stuk struinpad blijkt vooral te lopen door een gekapte groenstrook. Na zo'n 1,5 kilometer komt Sloterdijk in zicht en loop ik vooral nog even over voetpaden langs de statige kantoorpanden. Net als ik bij Sloterdijk in de trein stap, begint het weer te regenen. Kortom; een korte wandeling en goed om de benen effe te strekken.
Vanwege de bevrijding van Den Brielle (Brielle) in 1572 is het weekeinde van 31 maart op 1 april aldaar een feestdag. Daarom leek het me niet verstandig om precies dan de volgende etappe op de GR5 te gaan lopen.
Daarentegen kwamen afgelopen maandag weer 4 nieuwe NS-wandelingen uit en daarvan ga ik er eentje lopen; de NS-wandeling Krickenbecker Seen van Kaldenkirchen naar Venlo. Eerstgenoemd station is vanuit Rotterdam nog redelijk goed te bereiken. Op deze zondag stap ik in Rotterdam om kwart voor negen in de trein en via een overstap in Eindhoven ben ik rond half elf in Venlo. Het grensoverschrijdende vervoerbewijs heb ik al in Rotterdam gehaald en ik heb het zekere voor het onzekere genomen en daarom maar een overstap van 37 minuten in plaats van 7 minuten. Achteraf gezien was dat natuurlijk weer niet nodig en stipt om 11:05 vertrekt de trein van Eurobahn richting Kaldenkirchen, wat al 4 minuten later bereikt wordt.
Vanaf het, mijn inziens 'unheimische' stationsplein daalt het af naar straatniveau en vervolgens ga ik de spoorlijn onderdoor en dan weer een trapje op. Na een klein stukje fietspad loop ik over een achterafpaadje langs wat tuinen in Kaldenkirchen.
Het volgende stuk is wat saai; lopen over een industrieterrein en veelal asfalt. Na een tunnel onder de snelweg A61 wordt het wat rustiger, hoewel het autogeluid op de achtergrond blijft. Eerst loopt deze wandeling door een boomgaard en vervolgens komt deze weg uit in het dorpje Leuth. Dit dorpje wordt van west naar oost doorkruist en dan moet ik een klein stukje langs de provincialeweg L373 lopen. Best wel jammer :(
Lang duurt dit niet en ter hoogte van de Leuther Mühle ga ik langs de Nette lopen en loop daarmee tevens het Naturschutzgebied (NSG) Krickenbecker Seen und Kleiner Wittsee in. De NS-wandeling gaat nu weer naar het zuiden over een schelpenpad langs de Nette. Na een stukje bos kom ik langs een vogelkijkhut en daar ga ik ook even in. Alhier zit ook een vogelspotter met een grote camera. Hier houd ik even een korte pauze.
Na deze kleine pauze stap ik weer op en bij een bruggetje verlaat ik het Maas-Niederrheinpad en blijf door een klein landbouwgebied lopen en kom daarna weer bij dezelfde provincialeweg uit. Opnieuw moet ik hier een klein stukje langs lopen (over een fietspad) en ter hoogte van Schlop volgt het linksaf, opnieuw richting het natuurgebied. Bij het laatste huis staat een picknicktafel en na circa 7,5 kilometer te hebben gelopen neem ik hier de tijd voor een lange pauze en kan zodoende even een broodje eten.
Na bijna een half uur stap ik weer op en na een groepje huizen slaat de wandeling weer het bos in; maar niet al te lang, vrij snel sta ik bij restaurant en hotel Krickenbecker See. Het is echter niet nodig om pauze te houden en snel ga ik weer verder. Daarnaast is hier ook flink druk met andere wandelaars en fietsers. Vlak achter dit hotel ligt een bezoekerscentrum. Ook hier loop ik langs, na wel eerst even de informatieborden te hebben gelezen; altijd informatief om wat te weten te komen over de streek. Via een asfaltweg loop ik tussen de Seen door; links van mij ligt de Hinsbecker Bruch en rechts de Glabbacher Bruch en een stukje verder het kasteel Hinsbeck. Overigs ben ik hier ook weer op het Maas-Niederrheinpad aan het lopen.
Na een lang stuk asfaltweg gaat het een parallel lopen door het bos, eindelijk weer een onverhard stuk. Maar al na 400 meter komt daar weer een eind aan en moet ik min of meer in de berm van een drukkere autoweg gaan lopen. Hier ligt ook een knooppunt in het Maas-NiederRheinpad; vanaf hier volg ik zelf de verbindingsroute naar Venlo, terwijl naar links de hoofdroute afbuigt richting Leuth en naar rechts de hoofdroute richting Wachtendonk.
Aan de overkant van de provincialeweg loop ik het Naturschutzgebiet Venloër Heide in, een (inter)nationaal natuurgebied op de grens van Duitsland en Nederland. Na nog een stukje asfalt gaat het nu verder over onverharde bospaden. Ook komen er weer diverse wandelaars tegemoet, alsmede een voltallige scoutinggroep. Aan de Nederlandse kant volgt een stuk asfaltweg, dat ook langs het informatiecentrum komt. Maar een pauze zit er niet in; het informatiecentrum wordt verbouwd en is gesloten. Zo vlakbij Venlo is een pauze daarnaast ook niet meer nodig. Na de rondweg Venlo loop ik de buitenwijk Stalberg in; helaas over een geasfalteerd fietspad langs de statige nieuwbouwhuizen. Na een kleine kilometer gaat het verder over onverharde paden door een wijkpark en aan de rand van de woonwijk wordt dan het maasterras afgedaald; 23 meter dalen de Galgenberg af. Vanaf hier wordt rechtstreeks naar de spoorlijn gewandeld en dan langs de spoorlijn richting het station. In tegenovergestelde richting lopen vele hardlopers, op de terugweg van de Venloop. Op het station is het ook behoorlijk druk met terugreizende hardlopers. Met een welverdiend ijsje vanuit de stationskiosk loop ik op het perron helemaal naar achteren, het gunstigste voor de overstap in Eindhoven, en daar blijft het nog redelijk rustig. Via Eindhoven en Delft kan ik vervolgens aansluiten bij een verjaardag in die plaats.
|
Over
Op dit wandelblog beschrijf ik alle wandeltochten die ik maak in Nederland. Archief
November 2019
Categorieën
Alles
|